maandag 19 december 2011

Dodo

De gids doet absoluut zijn best op deze woensdagmiddag in de vroege lente, in deze voor mij tot vandaag onbekende stad. Echt mooi is zij niet – eerlijk is eerlijk –, maar de stad straalt in al haar lelijkheid een bitterzoete onverzettelijkheid uit die mij vrolijk stemt. Na een rondgang van inmiddels zo’n anderhalf uur langs diverse semitoeristische trekpleisters, naderen we nu een van de pleinen in het stadscentrum. In de schaduw van het in grijstinten uitgevoerde fastfoodrestaurant, dat verrassenderwijs een plek heeft gekregen aan de rand van het kleine plein, geven uitgelaten studenten deze voorjaarsdag een lumineus randje. Plotseling wordt mijn blik gevangen door de rode, wat verweerde afscheiding aan de overkant van de straat. ‘Prettig wonen’, staat in sierlijke letters geschreven op de houten wand. ‘Perfect afwerkingsniveau’. ‘Prima woongenot’. Her en der in de schutting zijn, op verschillende hoogtes, hartvormige openingen aangebracht. Mijn vraag aan de gids wat deze wand daar precies aan het oog onttrekt, wordt beantwoord met een afwerende grijns. Gejaagd plukt hij aan zijn baard. “Binnenkort verrijzen daar luxe appartementen, daar is in deze stad een groot tekort aan. Als jullie weer even meelopen? Even verderop staat het standbeeld van een van de iconen van deze stad…” Mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn fatsoen, en na een verontschuldigend gebaar richting de groep besluit ik de curieuze wand aan een nadere inspectie te onderwerpen. Gedecideerd loop ik naar een van de openingen op ooghoogte en loer naar de wereld achter de afscheiding. Het is gek genoeg niet eens de zachtjes briesende mammoet, in de uiterste linkerhoek, die me als eerste opvalt. Ook de sabeltandtijger onttrekt zich aanvankelijk aan mijn waarneming door het op sommige plekken manshoge gras. De wat klunzige loopvogel die zich op een meter of vijftien van me vandaan door het gras beweegt, beneemt me echter meteen de adem. Mythische dodo, Raphus cucullatus Mijn hoofd licht op, ik kan mijn ogen niet afhouden van het tafereel dat zich hier voor mijn ogen ontvouwt. Achter mijn rug passeren tientallen voetgangers en fietsers, die vreemd genoeg geen enkele acht lijken te slaan op de nu duidelijk hoorbare dierengeluiden. Na enkele minuten kom ik enigszins bij zinnen. Waar is de gids gebleven? Wist hij hiervan? Met grote passen verplaats ik mij in de richting van de groep. Aangekomen bij het plein met het standbeeld speur ik koortsachtig naar de gids en mijn groepsgenoten, maar zie hen nergens meer. Ik keer terug naar de rode wand, rennend nu, en steek mijn tollende hoofd andermaal door een van de hartvormige gaten. Ademloos kijk ik toe hoe de sabeltandtijger, tergend langzaam, het laatste restje loopvogel verorbert.

zondag 4 december 2011

Flaptekst #12


Rustig de bal Rondspelen. Opstomen naar het vijandelijk doelgebied. Je tegenstander uitspelen via een Een-tweetje. En vervolgens: Scoren! 

Speciaal ter gelegenheid van het naderende EK in Polen en Oekraïne, komt oud-voetballer Arno Leemhuijs met een herziene editie van zijn welbekende ROES-methode. Al sinds de eerste verschijning van de managementmethode, in 1997, doet ROES zijn werk: niet alleen op het veld, maar ook in organisaties van diverse aard. Tientallen managers lieten zichzelf graag in een ROES brengen door Leemhuijs’ effectieve mix van praktische handvaten en de laatste wetenschappelijke inzichten. Daar voegt de oud-international nu de kracht van social media aan toe. Want de moderne manager weet dat de strijd niet slechts op de werkvloer, maar steeds vaker ook in de virtuele ruimte plaatsvindt.

Arno Leemhuijs (1962) maakte in de jaren tachtig en negentig naam als spijkerharde libero bij RKC, Feyenoord en Borussia Dortmund. Hij kwam 27 keer uit voor het Nederlands Elftal (en scoorde daarin één keer, tegen Ierland – met het hoofd).

woensdag 31 augustus 2011

Flaptekst #11

 
Anoniem en berustend gaat de 29-jarige ambtenaar Zdzisław Lisiecki door het leven, tot een buitenaards ruimteschip hem op een dag van straat plukt in de Poolse provinciestad Bydgoszcz. Amper twintig minuten later droppen de buitenaardsen hem weer op exact dezelfde plek. Al snel ontdekt Zdzisław echter dat de aardse tijd een sprong van 57 jaar heeft gemaakt. Opeens ziet hij zich geconfronteerd met een wereld die hij niet meer kent, en wordt hij geclaimd door sektes die in hem de nieuwe Messias zien.

Talloze romans en novelles verschenen er sinds 1974 van de hand van Wawrzyniec Piacecka (1953). Als geen ander geldt als zijn beste werk: het werd al kort na verschijning in 1987 erkend als klassieker en is inmiddels in meer dan veertig talen vertaald.


‘Dit is geen boek over buitenaardse beschavingen. Dit is een boek over hoe gemakkelijk we onze eigen innerlijke beschaving overboord zetten.’  Times Literary Supplement

‘Beklemmend tot de laatste pagina.’ Gazety Wyborcza

‘Zelden werd maatschappijkritiek zo eloquent en eerbiedwaardig verpakt. […] Een kathedraal van een boek.’ – Le Monde  

dinsdag 14 juni 2011

Flaptekst #10

Het leven van Jimmy ‘Baas’ Berghorst (1941 – 1993) is een aaneenschakeling van drugsgerelateerde escapades, zakelijke missers én prachtige liedjes. In Iedereen de Baas duikt muziekkenner en fan Vincent Smaling (bekend van zijn wekelijkse nachtshow Duikvlucht in het Donker op Radio Helvetica) in het rijke oeuvre van de Zeeuwse troubadour. Uiteraard passeren klassieke songs als Paleander en Kerkers van de ziel daarbij de revue, maar ook minder bekende pareltjes als De vrouw van mijn vader en De Bolderkar worden niet vergeten. Naast de integrale liedteksten (63 in totaal) bevat Iedereen de Baas essayistische bespiegelingen over de herkomst van de in weltschmerz gedoopte teksten van Berghorst. Daarmee is deze exegetische bundel een gewaagde zoektocht naar de innerlijke demonen van een van de grootste songsmeden uit het naoorlogse Nederland.

zondag 12 juni 2011

Flaptekst #9

Van hallux valgus tot eksteroog: pijnlijke voeten kunnen het dagelijks leven behoorlijk bemoeilijken. In De wereld aan je voeten behandelt orthopedisch chirurg dr. Harm Jan de Koeijer (verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Leuven) de meest voorkomende voetaandoeningen, inclusief praktische tips voor hoe het voetenleed te verzachten. Zo blijken hamertenen prima te behandelen door in de schoen een kussentje aan te brengen dat de stand van de tenen corrigeert. En een veterschoen met gepolsterde tong kan veel leed voorkomen in het geval van een geprononceerde lengtewelving (de zogeheten holle voet).

‘De wondere wereld der voeten heeft mij altijd al gefascineerd. Mijn jarenlange fascinatie voor voeten culmineert nu in deze praktische zelfhulpgids voor jong en oud. Ik nodig U van harte uit om met mij mee te gaan – op weg naar een voetpijnvrij bestaan.’
Dr. Harm Jan de Koeijer

donderdag 9 juni 2011

Flaptekst #8

Een walgelijk succesvolle aardappelboerin worden: het is al van jongs af aan de droom van Nilsa Poulsen. Helaas stamt ze uit een stads onderwijzersgeslacht en staat ze al jaren met wisselend plezier voor de klas. Een eigen boerderij lijkt dan ook lange tijd een luchtkasteel uit een andere, onbekende wereld. Tot ze op een dag letterlijk en figuurlijk bij de hand wordt genomen door de boomlange boerenzoon Morten Nørgård. De goedlachse Morten zet haar op het goede spoor, maar al snel blijkt de weg naar het gedroomde agrarisch imperium geplaveid met goede voornemens – en aardappels, héél veel aardappels.

Met zijn debuutroman De aardappelblokkade schreef Hagen Madsen (Kolding, 1981) een aangrijpend verhaal over kruimige aardappels, misselijkmakende manipulatie en échte liefde. In Denemarken eindigde het boek in 2009 bovenaan de jaarlijstjes van critici en lezers.

dinsdag 17 mei 2011

Flaptekst #7

1934. Johannes Daatselaar bestiert een kleine schrijfwarenhandel in de buurtschap Willeskop. Als de wees Lammert Waninge op een dag schoorvoetend zijn winkel binnentreedt, naarstig op zoek naar werk, twijfelt de wrede en dominante Daatselaar geen moment. Getekend door een turbulente jeugd, ziet hij zijn kans schoon om de naar binnen gekeerde, zichzelf wegcijferende Waninge bij voortduring uit te buiten en te kleineren. Waninge schikt zich ogenschijnlijk in zijn lot, tot een schokkende gedeelde ervaring de rollen drastisch lijkt om te draaien. Durft Waninge het aan om deze karakterstrijd op het scherpst van de snede uit te spelen?


Van Willem Jan Kunst (Sint Anthoniepolder, 1968) verschenen eerder vier romans. Klein leed (Rudolf Becker-prijs 2001) is daarvan de bekendste.

‘Hermans meets Rosenboom’ – Het Parool

‘Schokkende leeservaring’ – BN/De Stem

‘De confronterende karakterschets maakt van Weerhaken […] een warm pleidooi voor innerlijke reflectie.’ – De Groene Amsterdammer

maandag 9 mei 2011

Flaptekst #6

Dao zooch ich um weer staon
Boete op ut paad
Trillende henj
De haore zeiknaat
Teageleech is de elfde dichtbundel van Bèr Gelissen (Boukoul, 1939). In zijn eigen Midden-Limburgse dialect schetst Gelissen andermaal het kleine leven van alledag. Van biljartavond tot sacramentsprocessie, van volkstuin tot schuttersfeest: Gelissen schuwt in zijn verzen geen enkel onderwerp. De eenvoudige maar goudeerlijke thematiek spreekt nog steeds hele generaties Limburgers aan.
De opbrengst van deze bundel komt geheel ten goede aan de Stichting Irritrea. Via diverse initiatieven in Gelissens woonplaats Posterholt ondersteunt deze stichting irrigatieprojecten in de Eritrese regio Debubawi Keyih Bahri. Gelissen is ambassadeur van de stichting.

dinsdag 3 mei 2011

Flaptekst #5

“Vergeet niet, Rudolf, dat de tandeloze maatschappij zoals wij die ménen te kennen, ontegenzeglijk zal gaan ontvlammen – als ware zij één grote tondeldoos.”
Tussen hamers en penselen is een indringend portret van Tinus Olde Weernink (1908-1990), aan de hand van 131, niet eerder gepubliceerde brieven die de abstract expressionistische schilder tussen 1932 en 1967 schreef aan zijn leerling Rudolf Koops. Kunsthistoricus Bertus Offenbach onthult niet eerder blootgelegde verbanden tussen de rabiate politieke opvattingen van de schilder en diens werk. Zo blijken de communistische sympathieën die Olde Weernink koesterde rechtstreeks te koppelen aan subtiele visuele elementen in zijn meesterwerk Vrouw met tondeldoos (1958).
Bertus Offenbach (1947) studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Eerder baarde hij opzien met de biografie Vleesgeworden vitriool van de ‘vergeten’ West-Friese impressionist Hidde Paarlberg.

vrijdag 29 april 2011

Barcelona - Girona v.v.

“Ruim vijfentwintig jaar reed ik als vrachtwagenchauffeur van Spanje naar Zwitserland en Duitsland en weer terug, twee à drie keer per week. Een jaar of vijf geleden werd ik na een reorganisatie ontslagen, maar gelukkig vond ik al snel een nieuwe baan: als chauffeur bij een touringcarbedrijf vervoer ik nu dagelijks toeristen van het centrum van Barcelona naar het vliegveld in Girona. Hoe dat bevalt? Laten we zeggen dat het een hele omschakeling is, nog steeds: de omgang met ongeïnteresseerde toeristen valt me vaak zwaar. Af en toe halen die mensen echt het bloed onder mijn nagels vandaan: ze zijn brutaal en luidruchtig, tonen geen enkel respect, en spreken vaak nauwelijks een woord Spaans. Daar heb je in een vrachtwagen vol met zwaardvissen geen last van… Van de week nog: een Brit had zijn bagage al onder in de bus gelegd, maar een geldig kaartje moest-ie nog kopen. Komt-ie vervolgens tegen mij aan zeuren: dat ik maar even op hem moest wachten. In ’t Engels, ook dat nog! Het is goed, dacht ik – ik ben gewoon weggereden, met tas en al. Wat denkt zo iemand wel niet? Het gekke is dat ik, als ik dan eenmaal op de weg zit, weer volledig tot rust kom. Net alsof ik weer even met mijn vrachtwagen door Europa cross… Mijn gedachten dwalen dan al snel af. Naar mijn kleinkind Juan bijvoorbeeld. Hij heeft vorige week zijn eerste stapjes gezet! Of naar mijn vrouw, die op zaterdagochtend altijd amandelkoekjes voor me bakt – de schat. Soms zie ik mezelf opeens zitten, gespiegeld in de voorruit: het grote stuurwiel in mijn hand, en een glimlach van oor tot oor… Dan weet ik weer waarom ik, ook na zoveel jaar, nog steeds zo van dit vak geniet: dat enorme gevoel van vrijheid. Dát nemen ze me nooit meer af.”

woensdag 27 april 2011

Flaptekst #4

Bij stom toeval ontdekt de jonge fysicus Joost Marsman een revolutionaire manier om de atomaire structuur van mensen en voorwerpen af te breken en elders weer op te bouwen. Een uitvinding die het mogelijk maakt om te reizen, onafhankelijk van tijd en zonder fysieke beperkingen. Na de aanvankelijke euforie wordt de wetenschapper een gewild doelwit van dubieuze investeerders, veiligheidsdiensten en moslimterroristen, die om verschillende redenen erg geïnteresseerd zijn in Marsmans vinding…
De literaire thrillers van Arend-Jan den Blijker spelen zich af op het snijvlak van science fiction en suspense. Twee keer (in 1998 en 2004) won hij de Vliegende Schotel, een prijs voor het beste Nederlandstalige SF-boek.

Flaptekst #3

Swarte Ljocht is het vierde en laatste deel van de monumentale familiekroniek Skytmerakels. Na het plotselinge vertrek van oudste zoon Simme naar de Nieuwe Wereld, valt het familiebedrijf van machinefabrikant Jouke Postma langzaam maar zeker uit elkaar. Tegen de grimmige sociaal-economische achtergrond van het fin de siècle, heeft het er lange tijd alle schijn van dat Postma genadeloos zal worden ingehaald door de moderne tijd. De komst van de bourgondische boekhouder Dubois lijkt echter een kentering teweeg te brengen in Postma’s berustende binnenwereld – en langzaam maar zeker ontstaat er een nieuw elan. Maar is alles wel wat het lijkt?
Akke H. Hielema (Ferwerderadeel, 1951) wordt algemeen beschouwd als de grootste naoorlogse schrijver binnen het Friese taalgebied. Ook buiten Friesland mag zijn werk zich verheugen in een grote belangstelling.

Flaptekst #2

Buren die altijd lijken te klussen. Continu schreeuwende kinderen. Stampende housemuziek in het holst van de nacht. Maar liefst een op de drie Nederlanders heeft last van burengerucht, zo blijkt uit recent onderzoek. In Guur en berucht. Het drama dat burengerucht heet schetst Marije Houtman, aan de hand van zes schrijnende en uiteenlopende casussen, de impact die burengerucht kan hebben op je welbevinden. Welke mechanismen gaan er schuil achter deze specifieke vorm van overlast? Waarom heeft de ene persoon er (veel) meer last van dan de ander? Maar ook: hoe kun je geluidsoverlast op een effectieve en constructieve manier bestrijden? Want burengerucht, hoe klein ook, verdient het om te worden aangepakt.
Marije Houtman (1960) kreeg in haar leven meermalen met geluidsoverlast te maken. Tegenwoordig helpt ze als zelfstandig adviseur mensen om korte metten te maken met het drama dat burengerucht heet. 

Flaptekst #1

Als de puberzoon van Daber Uncek op een dag niet thuiskomt, voelt de vader ‘angstaanjagend weinig’. Uit plichtsbesef en vanwege de druk uit zijn omgeving, besluit Uncek – nadat de politie de zoektocht al snel opgeeft – zijn zoon zélf te gaan zoeken. Een zoektocht die hem voert naar de Oezbekistaanse hoofdstad Tasjkent - en die raakt aan de diepste krochten van Unceks eigen verweesde ziel.
Hávan Pucel (1973) woont en werkt in Kassel. Haar veelbejubelde debuutroman Alle dagen octopus ging in Duitsland meer dan een half miljoen keer over de toonbank.